‘Hebben jullie ook pekmez?’
Ik probeer dit zo casual mogelijk te zeggen, alsof ik precies weet wat het is en zojuist heb gevraagd of ze ook bananen hebben.
De jongen achter de kassa fronst zijn wenkbrauwen en loopt naar zijn collega die het fruit aanvult.
‘Hebben wij pekmez?’
‘Wat?’
‘Pekmez.’
‘Bedoelt ze pezmek?’
De kassajongen kijkt vragend naar mij.
Ik heb geen idee wat pekmez is
Of pezmek.
Het stond in een recept van een kookboek dat ik voor m’n verjaardag kreeg. En ik heb het nodig om een bulgursalade te maken. Ik haal m’n schouders op.
‘Eh ja….kan’, stamel ik. ‘Het is voor een dressing.’
De mannen lopen druk discussiërend naar het achterste deel van de winkel.
‘Pezmek, pezmek…..’ Al zoekend zweeft de vinger van de fruitmedewerker langs de schappen. Hij roept iets richting het magazijn. Er komt een derde man aan die zich ermee bemoeit. De fruitmedewerker wijst naar zijn kassa-collega en dan naar mij.
‘Pezmek’, zegt hij.
Het rumoer trekt ook een dame uit het magazijn aan. Ze heeft een telefoon aan haar oor.
We zijn nu met vijf mensen aan het zoeken
‘Wacht, ik vraag het aan Nassim’, zegt de bellende vrouw.
Ze hangt op en belt een ander nummer.
‘Hebben wij pezmek?’
(…..)
‘Pezmek, pezmek.’
Ze richt zich tot mij: ‘is wit toch?’
Ik schud mijn hoofd en laat een foto zien van een donkerbruin potje. Ik heb het natuurlijk wel gegoogled.
‘Oooooooh…….’
Ze beent weg en wuift dat ik haar moet volgen naar gangpad drie. Triomfantelijk steekt ze het potje omhoog.
‘……pékmez!’
Iedereen lacht vriendelijk. En een beetje opgelucht. Blij dat ik als tevreden klant weer naar buiten kan.
Want het personeel van de Turkse supermarkt bij mij om de hoek had die middag maar één doel: mijn probleem oplossen. De pijn van het ontbrekende potje en het risico op een mislukt gerecht bij me wegnemen.
Niemand vroeg naar mijn verlangen
Hoe ik me wilde voelen na het proeven van die dressing. Of ik soms een Turkse schoonmoeder aan mijn kant wilde krijgen. Of gewoon vaker om hulp wilde leren vragen.
Niks van dat alles.
Maar ik weet dat dit een populaire trend is: focus op verlangen, niet op problemen of pijnen.
Toch ben ik een groot voorstander van het benoemen van problemen. En het aankijken van pijn. Ik vind dat niet ongezellig of negatief. Het is niet gemeen of manipulatief. Mensen hébben problemen.
Laten we vooral niet doen alsof het leven alleen maar bestaat uit (on)vervulde verlangens.
Soms wil je gewoon je probleem oplossen
En hoe fijn is het dan als iemand dat probleem erkent?
Of beter nog: hérkent. Waardoor je voelt dat je je helemaal niet hoeft te schamen voor je onkunde. Want clearly, you are not alone.
Dus wees niet bang om de problemen van je klanten te benoemen. Praat erover op je website, in je marketing en tijdens salesgesprekken. Je hoeft mensen geen rotgevoel te geven. Je hoeft het niet eens correct te spellen. Als je maar laat zien dat je hun probleem begrijpt en er álles aan doet om het op te lossen.
Want dan komen ze ook graag bij je terug.
Voor een ander recept heb ik bijvoorbeeld twee stengels kardoen en een grote topinamboer nodig. Dat heb ik nog niet gegoogled, dus ik weet niet hoe het eruitziet.
Maar ik weet wel waar ik het ga halen.
PS: Honger gekregen?
In dit fantastische boek vind je alleen maar mediterraans comfortfood. Je kan niet álle ingrediënten bij de Albert Heijn vinden, maar dat levert vaak ook weer leuke content op.